Het bromfiets praktijkexamen is vaak je eerst examen bij het CBR. Of misschien is het een herexamen. Check vooraf of je alle benodigde documenten bij je hebt. En zorg dat je op tijd aanwezig bent op het examencentrum. Dat geeft rust.
Een praktijkexamen bromfiets duurt 45 minuten. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent (ongeveer 15 minuten). Dat geeft rust, zo vlak voor je examen. Ga zitten tot je examinator je roept. Je legt het examen af op een bromfiets (geen snorfiets, speed pedelec, trike of quad). Je rijinstructeur mag meerijden (op een eigen bromfiets) en bij het eindgesprek met de examinator aanwezig zijn. Het examen verloopt zo:
Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.
Een praktijkexamen bromfiets duurt 45 minuten. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent (ongeveer 15 minuten). Dat geeft rust, zo vlak voor je examen. Ga zitten tot je examinator je roept. Je legt het examen af op een bromfiets (geen snorfiets, speed pedelec, trike of quad). Je rijinstructeur mag meerijden (op een eigen bromfiets) en bij het eindgesprek met de examinator aanwezig zijn. Het examen verloopt zo:
Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.
Een bromfiets praktijkexamen duurt 45 minuten. Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent (ongeveer 15 minuten). Dat geeft rust, zo vlak voor je examen. Ga zitten tot je examinator je roept. Je legt het examen af op een bromfiets (geen snorfiets, speed pedelec, trike of quad). Je rijinstructeur mag meerijden (op een eigen bromfiets) en bij het eindgesprek met de examinator aanwezig zijn. Het examen verloopt zo:
Je krijgt tijdens het examen alle gelegenheid om te laten zien wat je kunt. Helemaal foutloos hoeft niet, het gaat om het totaalbeeld. Belangrijk is hoe je reageert op het overige verkeer en of je de situatie meester bent. Kortom, de examinator bekijkt of je voldoende in huis hebt om veilig en zelfstandig aan het verkeer deel te nemen.
Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je voor je bromfiets praktijkexamen geslaagd bent.
Met de begripsbepalingen zijn in de verkeerswetgeving diverse begrippen opgenomen. Dat is gedaan om duidelijk
te maken voor wie en in welke situatie de verkeersregels gelden. Het kennen van deze begrippen is dus erg belangrijk omdat er verschillende weggebruikers zijn.
Naast het zijn van voetganger besturen veel mensen (verschillende) voertuigen. Het kennen van de begripsbepalingen is de basis voor de verkeerskennis.
Verkeer zijn alle weggebruikers.
Weggebruikers zijn voetgangers, fietsers, brom- en snorfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een brommobiel, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen.
De regels voor wagens gelden ook voor door voetgangers gevormde colonnes, optochten en uitvaartstoeten voor zover deze de rijbaan volgen.
Voetgangers zijn weggebruikers die zich lopend voortbewegen. Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig volgen echter óók de regels voor voetgangers als zij op een voetpad of trottoir rijden, of van het ene naar het andere voetpad of trottoir oversteken. Hetzelfde geldt voor iemand die een fiets, brom- of snorfiets of motorfiets aan de hand meevoert, maar ook voor degene die zich verplaatst met behulp van voorwerpen die geen voertuigen zijn, zoals rolschaatsen, skateboards, skeelers, autopeds enz. Een kind op een kinderfietsje wordt ook als voetganger beschouwd (een kind vanaf 12 jaar kan een bekeuring krijgen).
Onder verkeer verstaan we alle weggebruikers, zoals bestuurders en voetgangers.